Magnifieke oog

Geen mens kan staren naar de zon
Naar dat hemels helle vuur
Het zou het oog meteen verblinden
En verteren in slechts korte duur
Het is het felle niets ontziende
Overweldigende licht
Geen zinnig mens zal het trotseren en daarom
Tenzij met de ogen dicht
Kon niemand staren naar de zon
Dat kan ook geen enkel dier
Behalve de adelaar
Die heeft haast een volmaakt vizier
En onderscheidt op grote hoogte
De hommel van een honingbij
En dat hij de zon kan zien
Maakt hem koninklijk en daarbij
Is hij edel en lankmoedig
Heerst hij met de ware inborst
Het zwakke zieke beest genadig
Als een rechtgeaarde vorst
Ziedaar koning adelaar
En wie weet wat hij ervaart
Wanneer hij in verheven stilte
Geruime tijd naar boven staart
Zal dit magnifieke oog
Met zijn goddelijke lens
Het beste wat de schepping voortbracht
Eens het oog zijn van de mens
Zal dan de mens de zon aanschouwen
En als hij uit zichzelf treed
Net inderdaad ook kunnen vliegen
Moeiteloos en hemelsbreed
Ik weet het zijn mooie dromen
En dat de tijd daarvoor nog lang is
Eer we samen zullen inzien
Wat van wezenlijk belang is
Eer dat onze blik geruimd is
En wij in staat zijn om nadien
Gecompliceerde situaties
In een oogopslag te overzien
Ziedaar koning adelaar

 

Tekst: Dimitri Van Toren
Muziek: Dimitri Van Toren
CD: De vertellig gaat door (2002)
Ingezonden door Jef Verhelst

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

R

S

T

U

V

W

Y

Z