Ravi Shankar

O, meester, Ravi Shankar
Speel, en ik zal verder zwijgen,
Voer mij over stille wateren
Waar de krokodillen dreigen,
Hoog boven nerveuze adelaars
Klinkt jouw gotisch snaren-altaar
Gelijk een wichel,
Zoekend naar het eerste voorjaar.

Tot in de vers gegraven holen
Reikt het fragiele darm geluid,
Daar luisteren blinde mollen
Krekels staken hun gefluit,
Tot in mijn diepste bestaan,
Waar cellen en weefsels vergaan,
In die gewelven,
Smelten jouw klanken tot een traan.

Ik plak mijn oren op jouw sitar
Die mij verspreidt in de woestijn,
Waar vervallen knekel huizen
Dia-beelden voor mij zijn,
Daar waar men stereo-lacht
Nadert het einde van de dag,
Duizend sopranen
Dompelen daarna in jouw nacht.

Jouw handen zijn als droge bladeren
Die capriolen aan de boom,
Die boetseren en creëren
Vorm geven aan de droom,
Een mineraal verdicht zich tot kristal,
Bloemen zaaien zich hier en overal,
En op die middenwei,
Heeft jouw muziek zich uitgestald.

 

Tekst: Dimitri Van Toren
Muziek: Dimitri Van Toren
LP/CD:  Zullen we dansen of hard weglopen (1973)
Ingezonden door Frans Pelgrims

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

R

S

T

U

V

W

Y

Z